Romantiek en Realisme
Tegen een achtergrond van verstedelijking, industrialisatie en de toenemende armoede van de arbeider ontstaat de Romantiek. Veel mensen trekken van het platteland naar de stad en er ontstaan overal industriesteden. Het werken in de industrie is zeer arbeidsintensief en de arbeiders leven in vaak slechte omstandigheden. Er ontstaat een socialistische beweging die zich inzet om de positie van de arbeiders te verbeteren. Als reactie op de verstedelijking groeit de waardering voor de natuur. Tuinarchitecten ontwerpen kunstmatige romantische landschapstuinen die de gegoede burgerij de kans geeft één te zijn met de natuur.
De kunstenaars verheerlijken het verleden en de niet-westerse exotische culturen. De thema’s in de kunst zijn gebaseerd op mythen, sprookjes en sagen er is veel aandacht voor gevoel en sentiment. De natuur wordt geïdealiseerd.
Kunstvoorwerpen en industriële vindingen en vaardigheden van verschillende landen worden getoond op de wereldtentoonstellingen. Zo is bijvoorbeeld de Japanse houtsnijkunst van grote invloed geweest op de Europese impressionisten.
In Frankrijk bepaald de Académie Française hoe de kunst er uit dient te zien. De nieuwe kunststroming ‘het Realisme’ houdt zich niet aan deze academische regels. Zo raakt kunst verbonden met rebellie tegen de behoudzucht van de burgerij.
De afbeeldingen met bijbehorende tekst geven een beeld van wat er in de cursus ‘Romantiek en Realisme’ wordt behandeld. De beeldende kunst, architectuur, theater, dans en muziek van elke periode worden uitgebreid behandeld via beeldmateriaal, muziek en tekst.